5a. FUNCTIE LIMES

De Limes was een actieve grensstreek waar de Romeinen met andere buurvolkeren ruilhandel voerden in luxeproducten. Er heerste een welvarende economie in het Romeinse Rijk. Ze hadden een goede band met de Friezen die aan de Romeinen zuivelproducten verkochten. De Romeinen lieten steeds vaker Gallo-Romeinse volkeren, d.i. Germaanse volkeren waarmee ze bevriend waren, de grenzen bewaken. Zelf hadden ze te weinig soldaten.

Het leven was voor de meeste bewoners onder de Romeinen beter dan voorheen. De Romeinse bezetters brachten stabiliteit. De volken in de bezette gebieden kwamen in contact met een andere beschaving. Hierdoor werden bijvoorbeeld betere landbouwtechnieken geïntroduceerd.

De Rijn werd gebruikt om de aanvoer van troepen en goederen te garanderen. Later diende de Rijn als bewaakte handelsroute van en naar Brittannië.

Aan de Rijn legden de Romeinen havens en kades aan om goederen, mensen en bouwmateriaal makkelijk aan land te krijgen. In de buurt van de forten ontstonden nederzettingen waar boeren, handelaren en ambachtslieden woonden die de militairen van de benodigde goederen voorzagen.

Hierdoor was de Rijn de plek waarbij de grootste hoeveelheid handel plaatsvond. Rome geloofde dat handel en de uitwisseling van giften manieren waren om deze volkeren te civiliseren.

De Romeinen hoopten dat de barbaren afhankelijk werden van Romeinse goederen, zodat oorlog en barbaarse rooftochten zouden stoppen

De handel had de gewenste economische effecten op de Germaanse volkeren. Diegenen die langs de grenzen woonden van het West Romeinse Rijk, raakten bekend met de kwaliteit van Romeinse goederen en stapten hierdoor ook over op een geldeconomie. Als gevolg daarvan namen de Germanen deze nieuwe stijl van handel met zich mee naar het vrije binnenland van Germanië. De Limes werd dus een zone waarbij twee of meer staatsbestellen elkaar ontmoetten. De rivieren, wegen en bergen, die vaak gezien worden als vaste grenzen, waren nu lanen van communicatie en controle.

Romeinse schepen

Deze platbodems (Rijnaken) waren ideaal voor vervoer van grote hoeveelheden goederen op de Rijn en al haar drassige, ondiepe zijtakken. 

Romeinse rijnaak in gebruik langs de Limes

De "Per Mare ad Laurium" is een reconstructie van een Romeins vrachtschip

5b. VAL LIMES

De Limes Germanicus hield stand tot 250 n. Chr., totdat de Germanen het Romeinse Rijk binnenvielen om economische reden: ze wilden hun deel opeisen van de rijkdommen in het Romeinse Rijk die voor het grijpen lagen. Ze werden namelijk verleid tot de vruchtbare landbouwgebieden van het politiek verzwakte West-Romeinse Rijk. In het Verre Oosten sloegen Germaanse stammen, met name de Hunnen, op de vlucht. Zij trokken in de 5de eeuw Europa binnen. Zij onderwierpen de Ostrogoten, verdreven de Visigoten en andere Germaanse stammen, die massaal en in paniek het reeds politiek verzwakte West-Romeinse Rijk invluchtten en het door de resulterende chaos nog meer verzwakten. Andere Germaanse stammen, o.a. de Alemannen (Alamannen), de Franken en de Saksen, die bedreigd werden door de Hunnen, sloten zich, daarentegen, bij laatstgenoemden aan. Bijgevolg werden grotere federaties van Germaanse stammen gevormd. De Alemannen (Alamannen), de Franken en de Saksen sloten zich aan bij de Hunnen elk op hun grondgebied: de Alemannen (Alamannen) in het zuiden van Duitsland, de Franken in het Rijnland, Westfalen en Oost-Nederland en de Saksen in het noorden van Duitsland.

De Germanen waren dus op zoek naar vruchtbare landbouwgronden in het West-Romeinse Rijk, wilden gewassen telen en vee hoeden.

Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin